Waarom beschuldigen mensen iemand valselijk van verkrachting of aanranding?
Na de zaak Dutroux is er een stijgend aantal valse aangiften van zedenfeiten waargenomen.Dit is een kwalijk neveneffect van de openheid over seksueel misbruik. Seks wordt steeds vaker als een machtig wapen misbruikt om een persoon vals te beschuldigen. Mede als gevolg van de opkomende morele paniek is er sprake van een grote angst voor seksuele misdrijven. Deze paniek bereikt momenteel zijn hoogtepunt en zorgt voor veel ongerustheid, vooral bij mannen.
De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over het onderwerp seksueel geweld . Een groot deel van het gesprek over dit onderwerp was het resultaat van de #MeToo-beweging, en slechts weinig van de discussie ging over valse beschuldigingen van verkrachting en aanranding. Hoewel misschien zeldzaam, komen er meer en meer valse beschuldigingen voor zowel van vrouwen als van mannen om op die manier hun gelijk te halen, wraak te nemen voor hen zogezegd gedane onrecht, in echtscheidingssituaties om exclsusief hoederecht te krijgen, na een mislukte date, om het eigen hachje te redden, uit financieel gewin,…
Helaas is de klepel heel sterk naar de andere kant geslagen. Vermeende slachtoffers worden meteen geloofd, amper ondervraagd. Vermeende verdachten worden meteen beschuldigd, vaak in de boeien geslagen, tot bekentenissen gedwongen. Iemand die vals beschuldigd wordt, gaat door een hel. In principe moet bij een proces de rechtbank de schuld van de beklaagde bewijzen. Bij zedenzaken is het helaas vaak omgekeerd. Je moet met alle mogelijke manieren bewijzen dat het niet waar is wat het vermeende slachtoffer beweerd. Kan je dat niet, dan ben je schuldig. Het vermeende slachtoffer zelf (vooral als het om vrouwen gaat) worden meteen geloofd, zelfs zonder enig bewijs.
Wanneer zijn veelvoorkomende redenen die ten grondslag liggen aan de meeste gevallen van valse beschuldigingen.
Een valse aangifte van een zedenfeit gepleegd op meerderjarigen/minderjarigen is een valse bewering van seksueel misbruik, waarbij een persoon beschuldigd wordt van het plegen van één of meer daden van seksueel misbruik, terwijl er in de realiteit geen misbruik plaatsvond door de beschuldigde persoon.
Het is ook mogelijk dat er seksueel misbruik plaatsvond, maar dat de aanklacht tegen een foute persoon is ingediend. Valse aangiften betreffen hier zowel de bewuste valse (met leugens) als onbewuste valse (door geheugeneffecten/ valse herinneringen) klachten tegen een persoon, die valselijk wordt aangeklaagd voor een seksueel misdrijf.
van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) noteren in hun onderzoek dat er twee soorten valse aangiften worden onderscheiden : opzettelijke en onopzettelijke. Er is volgens hen nog geen grootschalig onderzoek verricht naar kenmerken van de personen, in casu vrouwen die valse aangiftes doen. Hazelwood en Napier (2004) hebben in verschillende regio’s in de VS onderzoek verricht naar kenmerken van aangeefsters. Meestal zijn ze blank, 10% hiervan is tussen 15-20 jaar 25% tussen de 31-45 jaar en het merendeel (65%) is tussen de 21-30 jaar. Gemiddelde leeftijd is 22 jaar.
Belangrijkste soorten gevallen van valse beschuldigingen
Valse aangiften betreffen hier zowel de bewuste valse (met leugens) als onbewuste valse (door geheugeneffecten of valse herinneringen) klachten tegen een persoon, die valselijk wordt aangeklaagd voor een seksueel misdrijf.
Er zijn drie factoren volgens van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) die leiden tot het doen van zowel opzettelijke als onopzettelijke valse aangiften : conflicten, psychische of sociale problemen en bezorgdheid. De eerste factor betreft conflicten tussen bijvoorbeeld ouders. Binnen een gezin kan dit gaan over opvoeding. Ook kunnen conflicten binnen de relatie (echtscheiding) of binnen de familie een rol spelen bij een valse aangifte. De tweede factor betreft psychische problemen (bijvoorbeeld persoonlijkheidsstoornissen zoals de narcistische persoonlijkheidsstoornis, maar ook borderlineproblematiek, depressie, anorexia, enz. ) en sociale problemen (bijvoorbeeld problemen met werk of school). De derde factor is terug te voeren op bezorgdheid van anderen over iemand die problemen heeft. Door op een suggestieve manier vragen te stellen, kunnen foutieve antwoorden gegeven worden. Een voorbeeld is een hulpverlener (meestal ook een vrouw) die vermoedt dat de klachten van een cliënt te maken hebben met een onverwerkt incestverleden en in die richting ook de vragen stelt, met als risico dat de cliënt ook gaat denken dat ze misbruikt is, terwijl dit niet het geval hoeft te zijn.
Motieven opzettelijk valse aangiften
Binnen de categorie opzettelijk valse aangiften onderscheiden van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) zaken waarbij in werkelijkheid wel of geen seksueel contact is geweest tussen aangeefster en verdachte. Bij de eerste vorm is er daadwerkelijk sprake geweest van seksueel contact, maar tijdens de aangifte worden gebeurtenissen beschreven die niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Een aanvankelijk vrijwillig seksueel contact wordt nadien als onvrijwillig bestempeld omdat de betrokkene er anders is over gaan denken. Veraart (1977 ;2006) spreekt in deze situaties ook van “mislukte vrijages”. De kernelementen zijn spijt en stresssituaties. Het hebben van spijt kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het feit dat de aangeefster handelingen heeft verricht die ze normaal niet zou doen, de seks is tegengevallen, de man na afloop onaardig doet of omdat de aangeefster dronken is of vreemd is gegaan (en een verklaring verzint naar haar partner om aan te geven dat de seks eigenlijk niet gewenst zou geweest zijn). Ook kan het voorkomen dat er na het seksuele contact een stresssituatie ontstaat, bijvoorbeeld een aangeefster die zich zorgen maakt of ze misschien zwanger is geraakt en hierdoor beweert dat ze verkracht is zodat ze medicatie kan krijgen. Uit onderzoek van Kanin (1994) waarnaar van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) verwijzen, blijkt dat 56% van de vrouwen die een valse aangifte heeft gedaan, een plausibele verklaring nodig had voor bijvoorbeeld zwangerschap of vreemdgaan.
Motieven volgens van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) voor het doen van valse aangiften waarbij er geen seksueel contact is geweest, zijn : wraak, alibi, aandacht en specifiek belang. Het wraaknemen is volgens Kanin (in van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011)) een belangrijk motief om aangifte te doen van seksueel misbruik. Uit onderzoek blijkt dat bij 27% van de valse aangiften wraak de reden is om de verdachte onjuist te beschuldigen. Dit kan het geval zijn waarbij aangeefster wraak wil nemen op haar ex-man, een (te) strenge (stief) vader, leidinggevende of een man door wie ze is afgewezen. Ook het verkrijgen van een alibi kan een motief vormen. De aangeefster heeft een verklaring nodig voor het feit dat ze op een bepaald tijdstip op een andere plek was dan van haar werd verwacht (spijbelen op school, te laat thuis).
In de meeste gevallen van valse beschuldigingen liegt iemand opzettelijk over het slachtoffer zijn van verkrachting of aanranding. Ze beweren niet alleen ten onrechte het slachtoffer te zijn, ze kunnen zelfs zo ver gaan dat ze aangifte doen bij de politie (al dan niet onder druk van een bekommerde ander waartegen men het verhaal verteld heeft).
Hoewel ondenkbaar, zijn er talloze redenen waarom iemand een verkrachting of aanranding ten onrechte zou kunnen melden. Enkele van de meest voorkomende bijbedoelingen die we tegenkomen zijn:
• Wraak
• Materieel (geldelijk) gewin
• Om een alibi te creëren
• Om spijt te betuigen
• Om sympathie op te wekken
• Aandacht vragen
• Om woede te uiten
• Een consensuele seksuele ontmoeting ontkennen (eigenlijk toestemming gegeven, maar men krabbelt achteraf terug)
• Geestelijke instabiliteit
• Om invloed uit te oefenen bij een voogdij- of echtscheidingsprocedure
Uit een onderzoek in de V.S., dat gevoerd werd over een periode van 9 jaar bleek, dat gedurende die tijd 41% van de verkrachtingscases verzonnen was. (Kanin, 1994).
Daarnaast is het krijgen van aandacht en sympathie van mensen uit de omgeving een belangrijk motief. De aangeefster verkrijgt door het doen van de aangifte de status van slachtoffer en aandacht. Naar schattig is het krijgen van aandacht voor 18% van de aangeefsters het motief om een valse aangifte te doen volgens Kanin (1994). Deze aangeefsters hebben nood aan aandacht, meestel in de vorm van steun en zorg. Soms ook om financiële steun van familie als bijvoorbeeld de vader om welke reden ook de financiële kraan heeft dichtgedraaid. Het kan ook zijn dat juist door de bemoeienis en bezorgdheid van derden, de aangeefster geen kanten meer uitkan om haar verzonnen verhaal op te biechten en om die reden de aangifte doorzet. Zeker als de bezorgde derden al in haar plaats naar de politie zijn gestapt, nadat ze haar verhaal om andere motieven bij de bezorgde derden had gedaan (aandacht krijgen of financiële steun losweken). Tenslotte kan er een specifiek belang zijn bij de aangifte van een opzettelijk valse aangifte. Dit kan het geval zijn indien de aangeefster een verhoging van haar alimentatie wil of de voogdij over de kinderen of bij een studente (verder studeren, mislukte studies, werkloosheid,…), om toch financiële middelen los te weken (als zogenaamde schadevergoering voor aangedaan leed)
Motieven onopzettelijk valse aangiften.
Bij een onopzettelijk valse aangifte denkt de aangeefster misbruikt te zijn terwijl hier in werkelijkheid geen sprake van is. Iemand kan op een later tijdstip in zijn of haar leven volgens van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) via een zogenaamde ‘hervonden herinnering’ beweren misbruikt te zijn. Het gaat dan om traumatische herinneringen die plotseling naar boven komen bijvoorbeeld tijdens een psychotherapeutische behandeling. Deze herinnering kan echter ook gefrabriceerd zijn door middel van het kijken naar films of lezen van boeken. Van Koppen en Merkelbach(1997) (cit in van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011)) schatten op grond van de politiegegevens dat jaarlijks in Nederland ongeveer 30 aangiften op hervonden herinneringen zijn gebaseerd. Wanneer de aangeefster wel het vermoeden heeft dat zij seksueel misbruikt is en hier geen herinneringen aan heeft, krijgt ze de behoefte om deze ontbrekende informatie alsnog in te vullen. Dit kan de aangeefster zelf doen, maar het kan ook door anderen, zoals therapeuten, artsen of politiefunctionarissen. Ook kunnen droombeelden voor sommige aangeefsters de reden zijn voor het doen van een aangifte. Het kan gaan om een fantasie die een vrouw voor waar aanneemt. De vrouw heeft dan een psychische stoornis waarbij hierinneringsvervalsingen zodanig een eigen leven gaan leiden dat de herinneringen op den duur niet meer overeenkomen met de werkelijkheid.
Verdere verduidelijking : er zijn drie types van valse beschuldigingen.
Ten eerste zijn er beschuldigingen die volledig vals zijn: geen enkel feit van de aangifte is echt gebeurd. Ten tweede beschrijft de aanklaagster de feiten die echt plaatsvonden, maar waarbij een onschuldige persoon aangeklaagd wordt. Het seksueel misbruik vond wel plaats, maar de beklaagde persoon is onschuldig. Er is dus een andere dader in het spel. Een voorbeeld kan zijn: Een jong meisje wordt misbruikt door haar buurman, maar heeft dit bewust verdrongen. Een of andere gebeurtenis in haar tienerjaren zorgt ervoor dat de minderjarige het misbruik terug levendig kan voorstellen, alleen stelde ze zich voor dat haar hulpverlener dit deed en niet de buurman. Wanneer een kind dit type van aangiften indient, wordt er ook gesproken van ‘dader substitutie’.
Als laatste type bestaat de mogelijkheid dat de herinneringen door elkaar worden gehaald: sommige delen zijn waarheidsgetrouw, andere delen niet. Hier spreken we dus van aangiften waarin een mix van valse en juiste feiten in het verhaal van de aanklaagster waar genomen wordt. De aanklaagster (bijvoorbeeld kind of persoon op volwassen leeftijd omtrent de kinderjaren) beschrijft feiten die echt gebeurd zijn en voegt daar aan andere aan toe die niet plaatsvonden. (Zogenaamde herwonnen herinneringen)
In deze drie types bestaan twee mogelijkheden, deze mogelijkheden zijn opzettelijk versus onbedoeld.
Ten eerste kan een valse beschuldiging optreden als een opzettelijk doel van de aanklaagster. Hierbij worden doelbewust leugens over een persoon verspreid met als doel schade aan te richten of eigen voordeel uit te halen : dit zie je bijvoorbeeld bij wraak, het bewust aan de galg willen praten omwille van persoonlijk aanvoelen van onrecht. De tweede mogelijkheid vindt plaats wanneer de aanklacht onbedoeld is, hetzij te wijten aan een gesprek met iemand die daartoe aanzet in de vorm van dwang, bijvoorbeeld een ouder (meestal de moeder die hoederecht of meer alimentatie wil) of een therapeut (die geen oorzaak vindt voor het psychisch lijden en dan maar het ballonnetje van incest op laadt). Bij dit laatste aansluitend kan een opzettelijke valse beschuldiging het gevolg zijn van een (onderkende) psychische aandoening of als gevolg van opzettelijke of onopzettelijke suggestieve ondervraging, coaching van het kind/cliënte of door foute interviewtechnieken.
De term valse beschuldiging wordt gebruikt wanneer de aanklager zich bewust is van de leugens over de feiten. (Peelman, A. 2009-2010). Andre De Zutter die veel onderzoek deed naar het onderscheiden van valse en echte aangiften van verkrachting, spreekt van een ” gefabriceerde verkrachting”.
Alan D. Blotscky geeft in zijn analyse nog extra motieven waarom kinderen seksueel misbruik verzinnen.
1 Kinderen verzinnen soms beschuldigingen van seksueel misbruik omdat ze op zoek zijn naar aandacht. Wanneer kinderen zich verwaarloosd voelen door hun ouders, kunnen ze geneigd zijn om een verhaal over seksueel misbruik te verzinnen, omdat ze weten dat het hen de aandacht zal trekken. Bij sommige kinderen is negatieve aandacht beter dan helemaal geen aandacht. Jonge kinderen en zelfs tieners zullen een verhaal over seksueel misbruik verzinnen zonder de ernstige gevolgen voor de ouder in kwestie te begrijpen.
2 Een kind dat boos is op een ouder kan besluiten om die ouder te beschuldigen van seksueel misbruik. Een kind kan bijvoorbeeld boos zijn op een ouder na een scheiding of voor het niet accepteren van vrienden.
3.Kinderen, met name degenen die verwikkeld zijn in disfunctionele gezinssituaties, melden soms ten onrechte seksueel misbruik om de beschuldigde ouder uit het leven van het kind te kunnen verwijderen. Een meisje dat een moeilijke relatie heeft met haar vader of stiefvader kan hem bijvoorbeeld beschuldigen van seksueel misbruik om hem uit het gezin te verwijderen vanwege zijn verbale vijandelijkheden, drugsmisbruik of overdreven harde discipline.
4.In omstreden gevallen van voogdij voor kinderen kan een kind een verhaal van seksueel misbruik tegen de ene ouder fabriceren door aanmoediging van de andere ouder om zo
invloed te krijgen in de juridische procedure. Kinderen en tieners zijn bijzonder gevoelig voor suggesties, manipulatie, hersenspoeling en coaching door een ouder.
5. Sommige kinderen vormen een verhaal van seksueel misbruik tegen een ouder om hun eigen seksuele wangedrag of andere ongepaste acties te vergoelijken. Een kind kan bijvoorbeeld een ouder beschuldigen van seksueel misbruik omdat die onlangs heeft ontdekt dat het kind het huis zonder toestemming heeft verlaten om af te spreken met een vriend(in) seks te hebben. Of een kind kan liegen over seksueel misbruik door de ouders nadat ze zijn gearresteerd voor winkeldiefstal.
Bronnen
Jonas, D.P.H, (2001) ,False positives in the field of child maltreatment. Child Abuse and Neglect, 2001, 25(10), 1395.
Ney, T., (1995) True and false allegations of child sexual abuse: assessment and case management, New York, Brunner-Mazel
Kanin, E.J., (1994) False rape allegations, Archives of Sexual Behaviour, 23(1), 85.
Veraart, C. (2012) Valse zeden. Juridische Uitgeverij Ars Aequi.
Peelman, A. 2009-2010. Valse aangiften door minderjarige bij zedenfeiten: een escalerend probleem. Geraadpleeg januari 2015, van http://lib.ugent.be.
van Wijk, A., Nieuwenhuis, Annemiek. (2011) Lastige verhalen. Een exploratief onderzoek naar valse aangiften van zedenfeiten door meisjes van 12-18 jaar. Bureau Beke. Beke Reeks
Blotcky, A. D. https://www.psychiatrictimes.com/view/why-some-children-lie-about-sexual-abuse Geraadpleegd op 20/12/2024