Echtscheidingszaken

Beschuldigingen van seksueel misbruik van kinderen zijn de afgelopen 10 tot 15 jaar dramatisch toegenomen. Sommige autoriteiten beweren dat dit wordt veroorzaakt door een toename van daadwerkelijk misbruik van kinderen en dat we midden in een epidemie van kindermisbruik zitten. Anderen suggereren dat er mogelijk geen toename is in misbruik, maar eerder een toename in het melden van misbruik. Dit is een hoopvollere visie, omdat het aangeeft dat we succesvol zijn in onze pogingen om effectief te reageren op de realiteit van kindermisbruik. Valse beschuldigingen van seksueel misbruik nemen ook toe, hoewel er onenigheid is over de frequentie en aard van valse claims. Veel professionals geloven echter dat valse beschuldigingen een serieus probleem zijn geworden in wraakzuchtige en boze echtscheidings- en voogdijgevechten. Als gevolg daarvan hebben dergelijke valse beschuldigingen veel publiciteit gekregen en zijn er veel artikelen over verschenen in de literatuur.

Wanneer aan de  Landelijke Expertisegroep Bijzondere zedenzaken (Nierop, N.M. & van den Eshof, P. (2008) een zaak wordt voorgelegd waarbij sprake is van een echtscheiding met een conflict over de kinderen, is het vrijwel altijd zo dat de beschuldiging van seksueel misbruik pas wordt gedaan nádat de echtgenoten uit elkaar zijn. In de loop der tijd werden steeds meer echtscheidingszaken met een conflict over de kinderen op facultatieve basis aan de Expertisegroep voorgelegd. De zaken hebben meestal betrekking op jonge kinderen. De beschuldiging richt zich doorgaans op de ex-partner, op diens nieuwe partner of op diens familie en kennissen; soms worden meerdere personen beschuldigd.  In de periode 2003-2007 heeft de Expertisegroep 42 zaken beoordeeld waarbij sprake is van echtscheiding met een conflict over de kinderen. Opmerkelijk is dat de Expertisegroep vrijwel altijd adviseert het onderzoek te stoppen, namelijk in 95% van de voorgelegde zaken. Ofwel omdat er ernstige tekortkomingen zijn (86%) ofwel omdat het dossier onvoldoende informatie bevat maar nader onderzoek zinloos is (9%).

Achtergrondfactoren : conflicten en bezorgdheid

In de door de Expertisegroep beoordeelde zaken waarin sprake is van echtscheiding met een conflict over de kinderen spelen met name twee  achtergrondfactoren een belangrijke rol: conflicten en bezorgdheid. Wanneer bovendien sprake is van psychische problemen ontstaat een kruitvat.  Aan een scheiding ligt meestal een conflict ten grondslag. Ook tijdens en na de scheiding kunnen zich op allerlei gebieden conflicten voordoen: over geld, over het huis, over spullen en niet in de laatste plaats over de omgangsregeling met de kinderen. In een conflictueuze situatie is de kans groot dat gedragingen van de ander negatief worden geïnterpreteerd. Het kan zijn dat iemand de schellen van de ogen zijn gevallen en dat nu pas zichtbaar is hoe vervelend de ex-partner eigenlijk was.

Het kan echter ook zijn dat allerlei feiten en omstandigheden met een negatieve bril worden bekeken. Wanneer kinderen in een dergelijke beladen situatie opvallend gedrag vertonen, kan het gebeuren dat mensen vanuit bezorgdheid én vanuit de conflictueuze gevoelens jegens de ex-partner, dat gedrag eendimensionaal interpreteren als signaal van seksueel misbruik. Hierbij wordt voorbij gegaan aan alternatieve verklaringen voor het gedrag van het kind, zoals een reactie op de spanningen en de veranderingen die een scheiding met zich meebrengt. Wanneer zich vervolgens allerlei escalerende factoren voordoen (zoals frequent en suggestief ondervragen of shoppen bij bevooroordeelde hulpverleners) dan wordt de ontstaansgeschiedenis negatief beïnvloed. Hierdoor worden ook aangiftes die betrekking hebben op werkelijk gebeurd seksueel misbruik onherstelbaar beschadigd.

Escalerende zaken

Sommige zaken escaleren volledig. De ouders ondervragen de kinderen langdurig, deze ondervragingen worden soms op met videocamera’s opgenomen, ex-partners beschuldigen elkaar beurtelings van seksueel misbruik of andere delicten en doen daarvan één of meer aangiften, de hele familie is betrokken bij de zaak, het kind wordt meegenomen naar een reeks hulpverleners net zolang tot iemand het vermoeden van seksueel misbruik bevestigt. De aangifte wordt gebruikt als wapen in de strijd tussen de voormalige echtelieden. Een dergelijk opvoedingsklimaat is schadelijk voor een kind. De kinderen krijgen loyaliteitsconflicten, worden blootgesteld aan zeer stressvolle omstandigheden en krijgen een slachtofferidentiteit aangepraat.

De Expertisegroep (Nierop, N.M. & van den Eshof, P. ,2008) maakt in dergelijke situaties in haar rapporten regelmatig opmerkingen over het schadelijke opvoedingsklimaat. Soms nemen de rapporteurs van de Expertisegroep hierover ook telefonisch contact op met de behandelend officier van justitie. De Expertisegroep onderneemt geen verdere stappen, zoals het melden van een dergelijke situatie bij het AMK of de Raad voor de Kinderbescherming. De Expertisegroep verkeert in een lastige situatie, omdat slechts wordt gevraagd om een vervolgingsadvies en niet om een advies over de verontrustende opvoedingssituatie.

Interpretatie van moeilijk gedrag
Een echtscheiding is een stressvolle gebeurtenis. Kinderen reageren verschillend op stressvolle gebeurtenissen; sommige kinderen gaan gewoon hun gang, andere kinderen reageren teruggetrokken of juist opstandig. Ook seksueel misbruik is een stressvolle gebeurtenis. Sommige ouders gaan moeilijk gedrag van hun kinderen eerder toeschrijven aan mogelijk seksueel misbruik dan aan de echtscheiding op zich.

Interpretatie van ‘seksueel’ gedrag
In diverse zaken die worden voorgelegd aan de Expertisegroep (Nierop, N.M. & van den Eshof, P. ,2008) wordt ‘abnormaal’ seksueel gedrag gesignaleerd. Het kan hierbij gaan om seksueel getinte uitspraken of termen waarvan ouders niet begrijpen hoe een kind deze kent. Ook kan het gaan om seksueel getinte spelletjes die kinderen met elkaar spelen (‘doktertje spelen’) of om seksueel getinte gedragingen (geslachtsdelen etaleren of betasten). Wellicht onder invloed van uitvoerige berichtgeving in de media over seksueel misbruik, zijn veel ouders zeer alert op aanwijzingen voor seksueel misbruik bij hun eigen kinderen. In de meeste gevallen is de Expertisegroep van mening dat het geen abnormaal gedrag betreft, maar gedrag dat past bij de normale seksuele ontwikkeling van kinderen.

Interpretatie van verzorgingshandelingen
Het verzorgen van jonge kinderen kan een vrij intieme aangelegenheid zijn. Denk aan het verschonen van luiers, het afvegen van billen, het schoonmaken van de geslachtsdelen, het meten van koorts of het inbrengen van een zetpil. Opmerkingen van jonge kinderen over dergelijke verzorgingshandelingen kunnen door volwassenen ten onrechte worden geïnterpreteerd als seksuele handelingen. Het omgekeerde is ook mogelijk: seksuele handelingen die niet worden onderkend en worden aangezien voor verzorgingshandelingen.

Interpretatie van klinische gegevens
De lijst met symptomen die volgens sommige (alternatieve of reguliere) hulpverleners samenhangt met seksueel misbruik is schier oneindig. In werkelijkheid bestaan er geen symptomen die exclusief verband houden met seksueel misbruik. Ook de methodes die worden gebruikt om een diagnose te stellen zijn zeer divers en niet altijd deugdelijk (zoals de poppenmethode). Bovendien wordt voorbij gegaan aan het feit dat diagnostisch onderzoek nooit kan resulteren in de diagnose ‘seksueel misbruik’, want dat is geen psychische aandoening.

Zelf kind ondervragen
In diverse zaken ondervragen ouders hun eigen kinderen uitgebreid. Uit alles blijkt dat deze gesprekken vrijwel nooit worden gevoerd zoals het aan studioverhoorders bij de politie wordt geleerd. In sommige gevallen worden van de gesprekken video- of geluidsopnames gemaakt die vervolgens aan de politie worden overhandigd. De ondervragingen zijn vaak schadelijk voor het politieonderzoek.

Shopppen bij hulpverleners
Sommige ouders zijn ervan overtuigd dat hun kind seksueel misbruikt is. Zij nemen hun kind mee naar diverse hulpverleners, net zolang tot ze een hulpverlener treffen die hun vermoeden ondersteunt.

Advies : plicht tot waarheidsvinding

De Expertisegroep  (Nierop, N.M. & van den Eshof, P. ,2008) adviseert voorzichtig te zijn met beschuldigingen van seksueel misbruik die zijn gebaseerd op het interpreteren van opvallend gedrag van jonge kinderen. In de zaken die de Expertisegroep heeft beoordeeld zijn veel voorbeelden te vinden van bezorgde ouders die onvoldoende weten over de ontluikende seksuele ontwikkeling van kinderen (‘doktertje spelen’). Verder blijkt de intieme situatie van verzorgingshandelingen (wassen, douchen, verschonen, verplegen) een kwetsbare omgeving te zijn voor het ontstaan van onjuiste vermoedens. In een ruzieachtige sfeer tussen gescheiden ouders waarin een conflict bestaat over de toewijzing of verzorging van kinderen leiden seksueel getinte uitspraken van jonge kinderen gemakkelijk tot een onjuiste interpretatie van signalen.

Omdat in dergelijke zaken ondersteunend bewijs ontbreekt, is het studioverhoor van beslissende betekenis. De ervaren verhoorder weet dat de verwachtingen hooggespannen zijn. Enerzijds wil hij laten zien dat hij over professionele kwaliteiten beschikt om ‘alles eruit te krijgen’; anderzijds moet hij de waarheidsvinding voor ogen houden. Indien een verhoor in een dergelijke situatie ‘niets’ oplevert, voldoet het meestal niet aan de verwachtingen van een aangever. In plaats van opluchting omdat er misschien niets is gebeurd, is meestal sprake van teleurstelling.

Er zijn gevallen waarin een ouder zodanig is gefixeerd op het vaststellen van het slachtofferschap van het kind, dat er sprake is van een verontrustend opvoedingsklimaat.

Bronnen

Nierop, N.M. & van den Eshof, P. (2008).  Misbruik, misleiding en misverstanden.  Onderzoeksverslag van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere zedenzaken over de periode 2003-2007