De wetenschap achter verdrongen en valse herinneringen

De vraag hoe traumatische ervaringen, zoals seksueel misbruik, wordt herinnerd tot een van de meeste verhitte debatten in de psychologie. Het gaat dan met de naam van het probleem van verdringing en van traumatische ervaringen experimentele kunnen worden opgeslagen. Otgaar en collega’s laten zien dat het debat evenredig aan een solide opmars bezig is. De aanname dat verdringing bestaat kan bijdragen aan het ontstaan ​​van pseudo-herinneringen die tot valse beschuldigingen en onterechte veroordelingen kunnen leiden.

Simone had last van depressieve klachten en zij onderging om die reden psychotherapie. Na een aantal gesprekken had de therapeut de indruk dat er iets ernstigs met haar gebeurd moest zijn, maar dat zij daar vanwege de pijnlijke aard geen herinnering aan had. De therapeut stelde voor om gebruik te maken van hypnose.

Na meerdere jaren therapie te hebben gevolgd begon Simone zich te herinneren dat onder andere haar ouders haar ritueel misbruikt hadden. Vanwege haar hervonden herinnering verbrak ze het contact met haar ouders.  In Simones casus speelt de vraag hoe traumatische ervaringen, zoals seksueel misbruik, worden herinnerd. Dat onderwerp is onderdeel van een van de meeste verhitte debatten die ooit in de psychologie zijn gevoerd (Brewin et al., 2021; Otgaar et al., 2019). Het gaat om de kwestie of herinneringen aan traumatische gebeurtenissen op een onbewust niveau kunnen worden opgeslagen en op een later moment op accurate wijze kunnen worden hervonden. In Nederland is recentelijk veel ophef ontstaan rondom deze kwestie. Zo is de suggestie gewekt dat sommige wetenschappers in hun publiekelijke uitlatingen vooral claimen dat hervonden herinneringen fictieve herinneringen zijn en niet ingaan op de vraag of hervonden herinneringen ook authentiek kunnen zijn (zie bijvoorbeeld Jaspers, 2021).

Lees verder

Ons geheugen is onbetrouwbaar

Hoe betrouwbaar is ons geheugen? Herinneren wij ons met zekerheid wat er in het verleden met ons is gebeurd? Of niet? In het licht van de recente Belgische gebeurtenissen en van het komende verslag van de Commissie-Verwilghen zijn dat redelijk pregnante vragen geworden. Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat onze herinneringen, zeker van fenomenen die wij niet al te bewust hebben beleefd, makkelijk worden bijgekleurd. Je kunt zelfs valse herinneringen inplanten, beweert de Amerikaanse psychologe Elizabeth Loftus.

Onze herinneringen zijn misschien niet zo betrouwbaar als we denken. Zodra we een gebeurtenis ervaren, gaan de meesten van ons er waarschijnlijk van uit dat die herinneringen voor altijd intact blijven. Maar er is het potentieel om herinneringen te wijzigen of om volledig valse herinneringen te planten, volgens Elizabeth Loftus, PhD. Loftus, een vooraanstaand professor aan de Universiteit van Californië, Irvine, is een expert op het gebied van menselijk geheugen en ze bespreekt hoe onze herinneringen aan gebeurtenissen en ervaringen kunnen worden gemanipuleerd.

Ze heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de beïnvloedbaarheid van het menselijk geheugen. Loftus staat bekend om haar baanbrekende onderzoek naar het “misinformation effect” – het achteraf vervormen van herinneringen – en naar het geheugen van ooggetuigen, en het ontstaan van valse herinneringen,waaronder het oproepen van herinneringen aan seksueel kindermisbruik. Naast haar uitgebreide werk in het laboratorium was Loftus betrokken bij de toepassing van haar onderzoek in de rechtspraak. Ze was consultant en getuigde als expert in honderden zaken. Loftus heeft vele prijzen en eredoctoraten ontvangen. In 2002 stond ze op de 58e plaats in de top honderd van meest invloedrijke psychologische onderzoekers van het wetenschappelijk tijdschrift Review of General Psychology. Daarmee was zij de hoogst scorende vrouw op de lijst.

Lees verder

Hervonden herinneringen in therapie zijn vaak niet betrouwbaar

In academische, therapeutische en justitiële kringen heerste decennia lang een sterke onenigheid over het al dan niet bestaan van hervonden herinneringen aan seksueel kindermisbruik die authentiek zijn, dat wil zeggen verwijzen naar echte ervaringen (Loftus 1993; Wessel & Merckelbach 2004). De intensiteit van het debat is gaandeweg aanzienlijk afgenomen. Toch blijven hervonden herinneringen onderwerp van discussie. Vooral in de juridische context speelt de authenticiteitkwestie nog steeds een rol (zie Merckelbach e.a. 2010). Zo blijkt dat ongeveer 17% van de aangiften bij de speciaal in het leven geroepen commissie Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) aspecten van hervonden herinneringen bevatten (Nierop & Van den Eshof 2008 p.30; Nierop & Van den Eshof 2010 p.153­154).

Wanneer er bij een verlate aangifte sprake lijkt te zijn van een hervonden herinnering, is kennis aangaande de aard van dit fenomeen van belang. Wetenschappelijk onderzoek toont namelijk aan dat de context van het hervinden, meer bepaald het type hervonden herinneringservaring, belangrijk is voor de authenticiteitbepaling van de herinneringen (zie Raymaekers e.a. 2008 voor een overzicht). Zo maakte een recente studie een onderscheid tussen herinneringen die hervonden werden in therapie versus spontaan hervonden herinneringen. De resultaten van deze studie lieten zien dat het moeilijk is om authentieke, in therapie hervonden herinneringen te identificeren (Geraerts e.a. 2007). Zo kon geen enkel van de in therapie hervonden herinneringen met collateraal bewijs worden onder­ bouwd. Spontaan hervonden herinneringen konden echter op heel wat meer authenticiteitbewijs rekenen (hoewel de term authenticiteitbewijs in deze context misleidend is): 37% van deze herinneringen kon met collateraal bewijs worden ondersteund. In het onderstaand artikel betoogt de auteur dat het categoriseren van hervonden herinneringen ingewikkelder en problematischer is dan aanvankelijk gedacht. Ook legt hij uit waarom het belangrijk is om consistente, universele en repliceerbare classi­ficatiecriteria te ontwikkelen.

Lees verder