Vals beschuldigd worden van verkrachting, het zal je maar overkomen. Gelukkig worden valse beschuldigingen vaak tijdig ontmaskerd aan de hand van een checklist. Die werd opgesteld door gerechtspsycholoog en criminoloog André De Zutter.
“1 op de 20 aangiften van verkrachtingen zijn aantoonbaar vals”, zegt André De Zutter. “Dat is een minderheid, 95 procent is dus wel degelijk een terechte aangifte.” Het is ook net daarom dat De Zutter met een checklist voor verkrachtingen op de proppen komt. “Want het zijn de valse aangiften die het scepticisme tegenover de echte slachtoffers veroorzaken. Als we die in een vroeg stadium uit mekaar kunnen trekken, gaan de echte slachtoffers meer geloofd worden. Maar ook in ons onderzoek waren we maar 91 procent van de tijd volledig correct, nog steeds 9 procent werd verkeerd geklassificeerd.”
Buikgevoel vaak fout
De Zutter en zijn team probeerden met de checklist een instrument te bouwen om de menselijke factor deels uit te sluiten: “We stelden vast dat het met het buikgevoel van de zedenrechercheurs de verkeerde kant opging. Ze vertrouwden vaker de valse aangiften en wantrouwden de correcte aangiften. Dat is een probleem natuurlijk.”
Hoe werkt de methode?
Hoe gaat die methode dan in z’n werk? “De checklist dient in de eerste 24 uur gebruikt te worden. Eerst zijn er 12 gesloten vragen. Nadat die beantwoord zijn volgt er al een eerste besluit: is de aangifte echt of niet? Als er dan nog geen uitsluitsel is, is er een vergelijking met 24 variabelen. Daarna krijg je een score. Hoe lager de score, hoe minder ‘echt’ de aangifte.”
Wat is een valse aangifte?
Bij valse aangiftes zouden veel vaker stereotypes van verkrachting aan bod komen, zegt De Zutter: “Dan zijn het vaak verkrachtingen zoals ze in de films aan bod komen: brutaal en ruw.” Maar een verkrachting beantwoordt vaak niet aan dat beeld. Dat is ook de reden waarom veel slachtoffers geen aangifte doen: “Ze denken dan: hij was eigenlijk best vriendelijk. Hij was bezorgd en zorgzaam. En dan twijfelen ze dus. Als een verkrachter op het einde vraagt om nog eens af te spreken, dan zijn slachtoffers natuurlijk enorm in de war. De meeste slachtoffers komen helemaal geen geweldadige verkrachter tegen. Dat is slechts 3 procent.”
De meeste verkrachters proberen seks met wederzijdse toestemming na te bootsen, zegt De Zutter. Maar die is er natuurlijk helemaal niet. “Alleen de rare en uitzonderlijke zaken komen in het nieuws. Omdat dat natuurlijk meer nieuwswaarde heeft. De gemiddelde verkrachting, op kot bijvoorbeeld, krijg je niet te zien.”
Aandacht, wraak en alibi
Volgens De Zutter hoort er niet bij elke valse aangifte ook een echte beschuldigde. Die wordt soms ook verzonnen: “Vrouwen die aandacht en sympathie van hun omgeving willen, die hoeven niemand persoonlijk te beschuldigingen. Dan verzin je een fictieve persoon en ‘date rape’. Als men het doet uit wraak, is er uiteraard wel een beschuldigde. En dan heb je nog het motief alibi. Dan wil men iets verdoezelen. Bijvoorbeeld wanneer je iets wil verbergen voor je partner en dan een verkrachting veinst.”
Bronnen
“De gemiddelde, stille verkrachting, krijgen we niet te zien” | Lees | Radio 1