Sekssomnia is een parasomnie die gekenmerkt wordt door seksueel gedrag. Bij een 30-jarige man zonder voorgeschiedenis van parasomnieën of hiermee samenhangende risicofactoren ontwikkelde zich na drie weken behandeling met de selectieve serotonineheropnameremmer escitalopram 10 mg seksueel gedrag tijdens de slaap. Het gedrag verdween zes dagen na het staken van het gebruik van escitalopram. De relatie in de tijd tussen het optreden van de parasomnie en het gebruik van dit middel suggereert een causaal verband, mogelijk terug te voeren op verhoogde serotonerge neurotransmissie in de raphekern.
[tijdschrift voor psychiatrie 50(2008)11, 735-739]
Een dertigjarige man zonder psychische stoornissen in de voorgeschiedenis of in de familieanamnese werd door zijn huisarts verwezen in verband met een sinds vier maanden bestaande verlaagde stemming. Hij gebruikte geen medicatie en dronk nauwelijks alcohol. Er was sprake van een depressieve stoornis, verder geclassificeerd als een eenmalige episode, matig van ernst. Patiënt was somber en genoot nergens meer van. Hij had last van schuldgevoelens, in- en doorslaapstoornissen, concentratiestoornissen, een diffuse sociale angst en overmatig zweten. Zijn seksuele belangstelling was verminderd. Hij had maximaal 2 keer per week gemeenschap met zijn vriendin, met wie hij sinds 7 jaar een goede relatie had. De score op de Hamilton Rating Scale for Depression bedroeg 18. De patiënt plaatste het ontstaan van zijn klachten tegen de achtergrond van een al langer bestaand gevoel van onvrede met zijn werk. Na uitleg over de werking en mogelijke bijwerkingen stemde patiënt ermee in om als medicatie escitalopram 10 mg eenmaal daags te gaan gebruiken.
Drie weken later belde hij op, verontrust. Hij vertelde dat hij ’s nachts gemeenschap bleek te hebben gehad met zijn vriendin. ‘Bleek’ omdat zijn vriendin hem met deze informatie ’s ochtends volkomen had verrast. Zij had het tijdstip waarop – steeds ongeveer een uur na het inslapen – weliswaar wat ongebruikelijk gevonden, maar verder had zij niets bijzonders opgemerkt aan het gedrag van haar vriend. Hij had haar gestreeld (ook genitaal) en ontkleed en zij hadden ‘zoals anders’ de liefde bedreven, waarbij patiënt en zijn vriendin soms van positie wisselden. Patiënt vertelde in dit telefoongesprek geen enkele herinnering te hebben aan zijn nachtelijke amoureuze toenadering.
Hij vond het beangstigend ’s nachts gedrag te heb- ben vertoond waar hij zich niet van bewust was geweest en waar hij geen controle over had gehad. De week hierop herhaalde dit gedrag zich 6 van de 7 nachten. Enkele keren had patiënt er ’s ochtends een zeer vage herinnering aan, zonder er helemaal zeker van te zijn dat er ook daadwerkelijk iets was gebeurd. Tweemaal lukte het zijn vriendin om hem wakker te maken, waarna hij, beschaamd, opzettelijk even het bed uit ging om even later weer in te slapen. Patiënt had volgens zijn vriendin ook enkele nachten ‘nee’ geantwoord op haar expliciete vraag of hij sliep, waarna zij had aangenomen dat patiënt wakker was en zij alsnog gemeenschap hadden gehad. Ook hiervan kon patiënt zich de volgende ochtend niets herinneren.
Temeer daar de depressieve episode niet in remissie ging, werd de behandeling met escitalo- pram aan het einde van deze vierde week gestaakt. Zes dagen hierna had patiënt zijn laatste nachtelijke ‘episode’. In de vijf maanden die sindsdien verstreken, deed het gedrag zich niet meer voor.
Lees hier verder sekssomnia door medicatie
Lees hier een masterthesis Sekssomnia De dunne grens tussen slaapstoornis en handig excuus. RUG01-001891774_2012_0001_AC