Verontschuldigingen in het kader van #MeToo: een psychologische analyse

De #metoo-beweging confronteert vermeende daders publiekelijk met hun vermeende wangedrag. Beschuldigden worstelen met de vraag hoe te reageren op zulke beschuldigingen. Wat kan sociaalpsychologisch onderzoek over vertrouwen en vergiffenis ons leren over de do’s en don’ts van hun reacties?

De opkomst van de sociale media biedt slachtoffers nieuwe manieren om wangedrag aan de kaak te stellen. Het meest spraakmakende voorbeeld hiervan is de #MeToobeweging, waarbij slachtoffers van seksueel ontoelaatbaar gedrag de vermeende dader (vaak een beroemdheid of machtige persoon) via sociale media publiekelijk aanspreken op hun gedrag. Anders dan bij een rechtszaak wordt het geschil in het openbaar uitgevochten, gevolgd door miljoenen toeschouwers, en (meestal) zonder rechtstreeks bewijs. Deze kenmerken maken #MeToo bij uitstek interessant voor psychologen. Een van de interessantste onderwerpen is de reactie van de vermeende dader. Hoe reageren zij op zulke beschuldigingen? En welk effect dat heeft dat, zowel op het slachtoffer als op het publiek? In deze bijdrage bekijken we deze vragen vanuit de literatuur over vertrouwen (Kim, Dirks, & Cooper, 2009; Rousseau, Sitkin, Burt, & Camerer, 1998) en vergiffenis (McCullough, 2001), aan de hand van een paar opmerkelijke voorbeelden.

De psychologie van vertrouwen

Wanneer iemand beschuldigd wordt van wangedrag is ons geloof in zulke beschuldigingen een kwestie van vertrouwen. Vinden we de beschuldiging geloofwaardig, gezien het beschikbare bewijs en onze eigen indruk van de beschuldigde? Behouden wij het vertrouwen in hem of haar, ondanks de beschuldiging? Beoordelen wij de beschuldiging als geloofwaardig, dan wordt het een kwestie van vergiffenis. Vergeven wij de vermeende dader zijn/haar overtreding?En zijn wij bereid om hem/haar te vergeven en opnieuw ons vertrouwen te schenken?

Ontkennen: Harvey Weinstein

Een eerste manier waarop vermeende daders reageren op #MeToo-beschuldigingen is door de aantijgingen te ontkennen. Een voorbeeld hiervan is de reactie van filmproducent Harvey Weinstein. Weinstein werd door meer dan 80 actrices beschuldigd van seksueel ontoelaatbaar gedrag. In zijn reactie ontkende hij met klem dat er sprake is geweest van seksuele handelingen zonder wederzijdse instemming. De beschuldigingen van enkele klagers werden afgedaan als laster en verdraaiing van de waarheid. 

Volgens Schumann (2014) dient een goede verontschuldiging tenminste drie elementen te bevatten: spijt, erkenning van de fout, en een aanbod om deze te herstellen. Daarnaast kunnen verontschuldigingen medeleven met het slachtoffer bevatten, en een belofte om het niet opnieuw te doen. Haar onderzoek liet echter zien dat daders zich vaak lang niet zo uitgebreid verontschuldigen. Zij vroeg deelnemers om zich een situatie te herinneren waarin zij iemand beledigd of gekwetst hadden. Vervolgens vroeg zij hen om op te schrijven wat zij tegen het slachtoffer zouden zeggen om het conflict te herstellen. De elementen in hun reacties werden door de onderzoeker geturfd. Hun reacties bleken slechts weinig elementen te bevatten en misten bovendien vooral de drie cruciale elementen.  

Chris Reinders Folmer

Lees hier het volledige artikel

Geplaatst in Diverse valse beschuldigingen.