In een artikel beschrijven De Zutter, A., Horselenberg, R. & van Koppen ( 2017) een case study, waarin ze het strafdossier bestuderen om de geldigheid van een verkrachtingsaanklacht te beoordelen. In dit geval beschuldigt een vrouw haar voormalige mannelijke partner ervan haar herhaaldelijk te hebben verkracht. Het strafdossier bevat exclusief materiaal dat helpt om de vraag naar de geldigheid van de beschuldigingen op een objectieve manier te beantwoorden. De vermeende misdaden werden bijvoorbeeld vastgelegd en documenten die normaal gesproken verborgen worden gehouden, zoals het politiejournaal, werden openbaar gemaakt. Onze analyse onthulde het professionele wangedrag van verschillende belangrijke actoren in de zaak. Het onthult een proces dat over kan komen als een samenzwering om de beschuldigde te veroordelen voor misdaden die hij niet heeft gepleegd, maar kan worden verklaard door tunnelvisie. De politieagenten en het Openbaar Ministerie waren er zo van overtuigd dat de beschuldigingen geldig waren dat ze bereid waren de waarheid op te offeren om een veroordeling te krijgen. Er werden tien argumenten aangevoerd om de conclusie te ondersteunen dat de beschuldiging vals was.
Vervalst bewijs, bewezen valse beschuldigingen, een bedrieglijke aanklager en gebrek aan bewijs zijn slechts enkele van deze argumenten. Deze zaak is een perfect voorbeeld van de verwoestende gevolgen van een valse beschuldiging van verkrachting. Tot op heden lijdt de beschuldigde nog steeds onder de verschrikkelijke gevolgen van deze beschuldigingen.
Fietje beschuldigde haar ex-partner Ferry ervan haar systematisch te hebben verkracht tijdens hun relatie. Ferry beweert dat de beschuldiging onwaar is. Hij vroeg de onderzoekers om de zaak te analyseren en de geldigheid van de beschuldiging te beoordelen. De huidige zaak is vrij uniek omdat ze het volledige dossier hebben ontvangen. Dit betekent dat ze niet alleen het volledige strafdossier hebben ontvangen, maar ook andere documenten van de politie en het Openbaar Ministerie, die normaal gesproken verborgen blijven. Ze hebben de documenten ontvangen als gevolg van de Nederlandse wet. Dat wil zeggen, de wet van openbaarheid van bestuur van de Nederlandse overheid van 31 oktober 1991 kan in bepaalde gevallen, volgens strikte regels, burgers toestaan om verborgen juridische en overheidsdocumenten op te eisen. Daarom konden ze achter de schermen kijken en zo hun onderzoeksvraag beantwoorden.
De vraag naar de geldigheid van deze zaak is nog steeds relevant, aangezien Ferry nog steeds de gevolgen ondervindt van de beschuldigingen van Fietje. Zijn kinderen, die bij Ferry woonden, zijn bij hem weggehaald en Ferry mag nog steeds geen contact met zijn kinderen hebben. Daarom zou deze zaak een perfect voorbeeld kunnen zijn van de verwoestende effecten van een valse beschuldiging van verkrachting, in het geval dat de onderzoekers concluderen dat de beschuldiging van verkrachting inderdaad vals is. De onderzoekers presenteren de zaak eerst zo objectief mogelijk zonder enige analyse of evaluatie. Ze hebben deze benadering gekozen zodat de lezer de mogelijkheid heeft om zijn eigen vragen te formuleren, die vervolgens kunnen worden verduidelijkt in een analyse van de zaak.
Download hier het (Engelstalige) onderzoek