Leraar komt terecht in nachtmerrie

Vals beschuldigd, bedreigd, ondergedoken. Sander de Wit (niet zijn echte naam), meester van een kleutergroep op een zwarte school, werd beschuldigd van ontucht. Inmiddels is hij van alle blaam gezuiverd, maar de vader van de leerling blijft hem bedreigen. “Mijn carrière is aan gort, en ik heb het geloof in het rechtssysteem verloren.”

Sander zit thuis met de gordijnen dicht. Want hij is vanochtend weer even geschrokken: zijn buren waarschuwden dat er een vreemde auto is gezien, met iemand die de straat in de gaten leek te houden. “Dan komt het toch weer even heel dichtbij.”
Het begon allemaal op een vrijdag, in februari 2009. Sander zat na lestijd achter de computer in het lokaal van zijn kleutergroep, toen er in paniek een collega binnenkwam. Hij riep: ‘Ga mee, je kunt hier niet blijven.’ Zijn eerste gedachte was: ‘Brand!’ Maar de collega vervolgde met: ‘Als die vent je ziet, dan doet hij je wat.’ Sander had geen idee welke vent er bedoeld werd, maar hij volgde zijn collega naar de docentenkamer. In de hal, bij een andere trap, stond een razende man waarin hij de vader van een van zijn leerlingen herkende. En die – maar ternauwernood – kon worden tegengehouden door twee collega’s. “Die man zag me en riep: Laat me erdoor, hij gaat eraan.”
Met veel moeite wordt de vader de school weer uitgewerkt. In een gesprek met de directeur wordt duidelijk wat er aan de hand is. De vader beschuldigt Sander ervan zijn dochter te hebben misbruikt. Na een paar uur durft Sander pas de school uit te gaan – wie weet of de vader buiten nog op hem staat te loeren. Via een omweg rijdt hij naar huis, zodat hij niet gevolgd kan worden. En daar belt hij de politie.

Deeltijdpabo
Het bizarre toeval wil dat Sander zelf agent is geweest. Hij volgde ooit het eerste jaar van de pabo, maar stapte daarna in het politievak. Toen zijn eigen kinderen naar school gingen, bleek het onderwijs toch weer erg te trekken. Waarna hij de deeltijdpabo volgde en in 2008 begon op een zwarte school. Hij koos voor de kleutergroep. “Dat is de leeftijd waarop kinderen zich nog het meest verbazen over wat ze ontdekken. En dat spreekt me heel erg aan. In de kleutergroep kun je als leraar ook nog veel creativiteit kwijt, je zit nog niet vast aan een methode.” Hij had het naar zijn zin en de school was blij met hem. “Ik zou net beginnen aan de cursus onderbouwcoördinator.”
De politie reageert nogal lauw op zijn telefoontje over de bedreiging. Sander: “Ik kreeg het advies om het maar ‘in de gaten te houden’. Dan zouden we wel zien wat er gebeurt.” Dat weekeinde doet Sander zelf aangifte bij de politie, van bedreiging met de dood, belediging en smaad. “Het is een allochtoon gezin. Er kan dus sprake zijn van eerwraak. Dat loopt misschien niet zo’n vaart, maar er zijn genoeg gevallen waarin er wèl wat gebeurt.”
Zijn vrouw reageert snel en verwijdert alles van internet wat zou kunnen verwijzen naar hun woonplaats en huisadres. Zelfs de namen van de kinderen worden verwijderd op de sites van hun sportclubs. En de kinderen krijgen instructie om in het vervolg de achternaam van hun moeder te gebruiken.

Geschorst
Van de vader wordt in dat weekeinde niets meer vernomen, maar wel van de school. Sander wordt geschorst. Hij hoeft maandag niet naar zijn werk te komen en moet, tot nader order, thuis blijven met behoud van salaris.
Nu is dat een standaardprocedure in dit soort gevallen. Want een leraar die wordt beschuldigd van misbruik kan – ook als hij volstrekt onschuldig is – niet meer functioneren in de klas. Tenminste, niet zolang het onderzoek nog gaande is.
Helaas geeft zo’n schorsing doorgaans ook een negatief signaal aan de ouders: er zal echt wel iets aan de hand zijn met de leraar, anders zou hij toch niet geschorst worden? Een directie zou dat kunnen oplossen door de zaak goed uit te leggen aan de ouders en te verklaren dat ze zich vierkant achter de docent opstelt. Dat is echter weinig directies gegeven, ook die van Sander niet.
De dagen worden weken, en Sander probeert de moed erin te houden. Hij vraagt zijn school om papierwerk zodat hij zich thuis nuttig zou kunnen maken, maar dat krijgt hij niet.
De ouders van de leerlinge hebben inmiddels aangifte gedaan bij de politie en de school heeft een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor de ouders. De emoties lopen er hoog op. Na de bijeenkomst doet nog een ouder aangifte van ontucht. Waarmee de zaak beklonken lijkt. Twee aangiftes tegen dezelfde leraar? Guilty as charged.

Iedereen verhoord
De politie start het onderzoek en pakt het groots aan. De vermeende slachtoffers worden gehoord, hun ouders, een betrokken huisarts, andere ouders en collega’s op school tot aan de klassenassistent toe. Maar niemand blijkt signalen te hebben opgevangen die kunnen wijzen op eventueel misbruik van leerlingen.
Dan wordt Sander zelf opgeroepen voor verhoor. Hij weet nog steeds niet precies waarvan hij word beschuldigd. Ja, ontucht natuurlijk, maar wat zou hij dan hebben gedaan, en waar en met wie? Zijn advocaat raadt hem aan zich te beroepen op zijn zwijgrecht. En dat doet hij.
Dat lijkt verdacht, geeft Sander toe. Wie niets te verbergen heeft, kan toch vrijuit praten? Maar hij weet, als oud-politieman, hoe het werkt. “In zedenzaken is weinig bewijs, dus zijn veroordelingen vaak gebaseerd op sfeer. Alles wat je zegt zal ook echt tegen je worden gebruikt.” Zo kun je als verdachte vragen verwachten over je eigen kinderen. “Hebben je kinderen je wel eens naakt gezien? Ga je met ze mee onder de douche? Hebben ze je wel eens met een erectie gezien?” Dat laatste niet, natuurlijk. Maar kruipen ze ‘s ochtends wel eens onverwacht bij je in bed? En dan heb je nooit toevallig een erectie? Oh, toch wel. Dus je verklaart dat je soms met een stijve piemel bij je kinderen in bed ligt? Enzovoorts, enzoverder.
Er zou ongetwijfeld ter sprake komen dat Sander een paar weken voor de aanklacht het thema ‘ziek zijn’ heeft behandeld in de klas. En dat hij daarbij een doktershoek heeft ingericht. Zo zo, dus je speelt graag doktertje met je leerlingen? “Ze verzamelen overal zandkorreltjes tegen je. Kleine dingen die niet strafbaar zijn, maar die – uit hun verband getrokken – wel vreemd lijken. Totdat ze uiteindelijk een bergje zand bij elkaar hebben. En daar proberen ze je dan op veroordeeld te krijgen.”

Pesterijtjes
Het moet gezegd: als oud-politieman viel het niet mee om aan de andere kant van de verhoortafel te zitten. “Als er een aangifte is ingediend, doet iedereen alleen maar zijn best om die te bewijzen. Het komt bij niemand op dat die aangifte wel eens niet zou kunnen kloppen. De politie is niet bezig met waarheidsvinding.”
Hij wordt drie dagen vastgehouden en zegt niets. Wel krijgt hij te maken met kleine pesterijtjes. “Ik had puzzelboekjes meegenomen, want als je dagenlang niets te doen hebt word je gek. Van de rechercheur mocht hij echter geen potlood meenemen in zijn cel. “Later kreeg ik er gelukkig eentje van een bewaarder.”
In de cel krijgt hij bezoek van twee dames van de reclassering, die vertellen dat ze hem kunnen helpen om straks met een schone lei weer terug te keren naar de samenleving. “Je voelt je echt een hoofdrolspeler in een hele slechte film.”
Het ergste is nog de machteloze woede die hem dag en nacht bezighoudt. Want hoe bewijs je je onschuld in dit soort zaken? “Stel dat je op een dag in het bos gaat wandelen. En dat iemand later beweert dat hij je daar heeft zien zoenen met een vreemde vrouw. Hoe bewijs je dat dat niet waar is? Hoe doe je dat? Dat is onmogelijk.”
Gelukkig staat zijn vrouw onvoorwaardelijk achter hem. “Je zal maar niet zo’n beste relatie hebben en dan beschuldigd worden van twee gevallen van seksueel misbruik. Dan holt je vrouw de deur uit en zie je ook je eigen kinderen niet meer.”
Sander probeert bezig te blijven door klusjes op te knappen voor zijn familie. Als hij de stad in moet, draagt hij een pruik en een bril, om onherkenbaar te zijn als hij de vader die hem bedreigde zou tegenkomen.

Geloofwaardigheid
Na vele lange maanden maakt de officier van justitie de tussenbalans op. Er is geen hard bewijs, er is geen verklaring van Sander, maar er zijn wel twee aangiftes. Dus wordt een onafhankelijke deskundige ingeschakeld om de geloofwaardigheid van de aangiftes te toetsen. Het is een gepensioneerd hoogleraar op het gebied van kindermishandeling, die veel heeft gepubliceerd over de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen van kinderen.
De deskundige krijgt alle stukken en de dvd van de verhoren toegestuurd en bestudeert alles zeer nauwgezet. Hij merkt op dat er grote gaten en tegenstrijdigheden zitten in de verklaring van het meisje. Want wat is er nu precies gebeurd? Het meisje was al jarenlang zindelijk, maar kwam drie dagen achtereen thuis met natte kleren. Bij de derde gelegenheid klaagde ze over pijn aan haar geslachtsdeel, dat volgens de moeder erg rood was. ‘De moeder koppelde dat zelf aan seksueel misbruik’, zegt de deskundige in zijn rapport. ‘Maar het had ook kunnen liggen aan het lopen in natte kleren.’

Geen onderbouwing
De moeder gaat het meisje ondervragen en die zegt uiteindelijk dat kinderen uit haar klas met hun handen aan haar geslachtsdeel hadden gezeten. De week daarop had ze weer een natte broek en verklaarde het meisje – tenminste, volgens de moeder – dat ‘de meester aan haar had gezeten’. En dat is raar, vindt de deskundige. Want in zedenzaken weegt de eerste verklaring van het kind, de zogenoemde disclosure, heel zwaar. Omdat die verklaring nog niet is beïnvloed door de mening en het gedrag van volwassenen. En in die ‘disclosure’ zegt het meisje dat andere kinderen de dader zijn. Verder legt het meisje tegenstrijdige verklaringen af over waar het misbruik zou hebben plaatsgevonden. Eerst zou het in de klas zijn gebeurd, door leerlingen, en later bij gym, ook door leerlingen. En ten slotte pas door de meester in de wc.
Ook was niet duidelijk welke handelingen er nu precies waren verricht. ‘Het meisje sprak in eerste instantie over ‘aanraken’. Ouders vreesden dat er meer was gebeurd, en de vader sprak daarna over penetratie en neuken.’
‘Beide ouders waren er zonder meer van overtuigd dat de meester zich schuldig had gemaakt aan misbruik’, vermeldt het rapport van de deskundige. ‘Het feit dat de meester vrijwel meteen geschorst werd kan hen in die overtuiging gesterkt hebben.’ Die overtuiging kunnen ze vervolgens op hun dochter hebben overgedragen.
Het valt de oud-hoogleraar verder op dat het meisje tijdens het verhoor weinig bijzonderheden verschaft. ‘De meester zou haar hebben aangeraakt en dat gebeurde op de wc. Maar ze vertelt niet wat er dan precies zou zijn gebeurd. Wat ze zegt imponeert niet.’ De deskundige laat een speciale analyse los op de verklaring van het meisje. En die geeft, zo meldt het rapport, ‘geen onderbouwing voor de geloofwaardigheid’. Wel is er duidelijk sprake van druk van de ouders. ‘Het meisje moest van haar vader zeggen dat de meester het gedaan heeft.’

Geslagen
De deskundige neemt ook de andere aangifte van misbruik onder de loep, die is ingediend na de roerige informatieavond. Ook van die aangifte blijft niets over. Een jongetje verklaart dat de meester in zijn billen heeft geprikt en hem – in de klas – heeft geslagen, ‘met de vuisten op de buik en op het hoofd’. Iets dat dan toch door heel veel getuigen zou moeten zijn gezien en gehoord. De verklaringen van de jongen zijn ‘zeer onsamenhangend’ en hij wekt de indruk ‘zeer suggestibel’ te zijn, zo meldt het rapport. ‘De jongen lijkt geobsedeerd door de gedachte dat de meester slaat.’ En de moeder was erg sturend, zo valt de deskundige op. ‘Het verhaal over seksueel misbruik werd steeds groter.’
De deskundige stelt een aantal mogelijke scenario’s op over wat er precies gebeurd zou kunnen zijn met beide leerlingen. Maar in geen van die scenario’s wordt Sander als eventuele dader genoemd.

Vrijgepleit
Sander leest het rapport met tranen in de ogen: hij wordt eindelijk vrijgepleit. De officier van justitie besluit de zaak inderdaad te seponeren. Maar het sepot van Sander krijgt de code 02: geseponeerd ‘wegens gebrek aan bewijs’. En dat is slecht nieuws, want zo blijft er nog een zweem van schuld rond hem hangen. Dat zou hem kunnen opbreken als hij voor een volgende baan weer een verklaring van goed gedrag nodig heeft.
Zijn advocaat neemt contact op met de officier van justitie, die er nog eens goed over nadenkt en na een maand het sepot verandert in code 01: ‘ten onrechte als verdachte aangemerkt’. Dat betekent, in gewone taal, dat de officier van justitie ervan overtuigd is dat Sander geheel onschuldig is. Hij wordt vrijgepleit van alle beschuldigingen.
Hij is wel zijn baan kwijt, want er is inmiddels zoveel gebeurd dat hij niet langer bij zijn werkgever in dienst kan en wil blijven. De partijen gaan, zoals dat heet, in goed overleg uit elkaar. Eind goed, al goed.
Behalve dan dat de vader er nog steeds van overtuigd is dat de meester ontucht heeft gepleegd met zijn dochter. De man laat, als hij door de politie wordt ingelicht over het sepot, in bedekte termen weten zelf in actie te zullen komen. Sander duikt drie weken onder in een vakantiehuisje aan de andere kant van het land. En vreest intussen voor de veiligheid vrouw en kinderen, die gewoon naar hun werk en naar school moeten.

Strijdbaar
Na een paar weken komt hij terug naar huis. Op zijn hoede, maar strijdbaar. “Ik ga morgen de politie bellen om te vragen hoe het zit met mijn aangifte wegens bedreiging, die ik anderhalf jaar geleden tegen de vader heb ingediend. Die aangifte is al die tijd op de plank blijven liggen.” Daar zal die vader niet blij mee zijn. “Ach, boos is hij toch al. En ik heb enorme schade opgelopen. Mijn carrière is aan gort, ik ben uit het arbeidsproces gerukt en heb anderhalf jaar thuis moeten zitten. En ik heb het geloof in het rechtssysteem verloren. Het minste wat de politie kan doen is die man vervolgen wegens de bedreigingen die hij heeft geuit in de hal van de school met vier getuigen erbij. En anders kan ik die man misschien wel civiel vervolgen.”
Maar eerst morgen maar eens checken of er geen vreemde auto in de straat staat. En dan de gordijnen weer opendoen.

Naschrift:
Een week na het interview vindt Sander een nieuwe baan, in de kinderopvang. Voor ruim duizend euro bruto minder dan hij als leraar verdiende, maar toch: een baan! Met kinderen! Na twee dagen werken heeft hij een gesprek met de manager P&O, die via via heeft gehoord dat hij bedreigd wordt. En daardoor vormt Sander volgens de organisatie nu, indirect, zelf een bedreiging voor de kinderen. Sorry, maar hij wordt in zijn proeftijd ontslagen. Sander zit nu weer thuis.

Vals beschuldigd…wat dan?

Vals beschuldigd worden is traumatisch en haalt je leven grondig overhoop. Beperk de schade met deze tips van Frans Lathouwers, advocaat van de AOb.

1 Zoek onmiddellijk juridische bijstand. Bijvoorbeeld bij de AOb.
2 Als je geschorst wordt, wat bijna een standaardprocedure is bij een beschuldiging, trap dan geen rel door toch naar school te gaan. Daarmee zet je de toch al broze verhoudingen met de werkgever nog verder op het spel.
3 Een schorsing gaat snel. Als je raadsman niet op tijd ter plekke kan zijn, vertel de directie dan dat je alleen komt luisteren en geen commentaar geeft. Lathouwers: “Dat is lastig, want als je onschuldig bent, wil je jouw kant van de zaak laten zien. Maar laat dat over aan je advocaat. Kondig dat van tevoren ook aan in een mail.”
4 Neem nooit contact op met degene die je beschuldigd heeft: de leerling of de ouders. Het lijkt logisch om dat wèl te doen. Want je bent vals beschuldigd en er is dus sprake van een misverstand. Waarom zou je dat zelf niet even uit de wereld helpen? Lathouwers: “Op het moment dat jij beschuldigd wordt, zijn de stellingen al betrokken. Contact opnemen zet de zaak alleen maar verder op scherp.”
5 Praat niet met collega’s. Je hebt formeel een juridische relatie met je werkgever. En als die kwaad wil, kan hij zeggen dat je tegenover buitenstaanders (want dat zijn je collega’s, juridisch gezien) uit de school hebt geklapt. En dat doet je zaak bij de rechter, mocht het daarvan komen, geen goed.
6 Als er aangifte is gedaan bij de politie, bel dan het politiebureau en zeg duidelijk dat je bereid bent om vrijwillig naar het bureau te komen. Lathouwers: “Anders loop je het risico dat je ’s ochtends om zes uur uit je bed wordt gehaald, door agenten met een politiehond. Echt, ik verzin het niet.”
7 Door je lidmaatschap van de AOb heb je recht op juridische bijstand in strafzaken. Rechtsbijstandverzekeringen vergoeden dit doorgaans niet.

Bronnen

Het onderwijsblad archief  nr 16 16-10-2010 auteur D. Hollander Redactioneel

https://onderwijsblad.nl/article.asp?ArtikelID=8356

Geplaatst in Gevolgen van vals beschuldigd, Vals beschuldigd op het werk.